ons onderwijs 

Algemeen

Kinderen die in Nederland wonen, moeten zo snel mogelijk de meest gebruikte Nederlandse woorden verwerven, zodat ze de nieuwe taal kunnen begrijpen en spreken. Bij woordenschatonderwijs leren kinderen Nederlandse woorden en zinnen begrijpen en toepassen. Zo kun je in het Nederlands iets zeggen, iets uitleggen, iets bereiken en iets nieuws leren. 

 

  • AANBOD VOOR GROEP 1 EN 2

We bieden een rijke omgeving waar veel te ontdekken en te leren is, waar de geleerde doelen terugkomen tijdens het spel. We werken met speel- en werkthema’s, binnen deze thema’s is ook aandacht voor de eigen leefwereld van de kinderen, expressie, sociaal emotioneel leren en wereldoriëntatie. We werken volgens de doelen opgesteld door de SLO en LOWAN. De methodiek die gebruikt wordt, komt vanuit de deeltijdschakelklas. De leerkracht houdt dagelijks de ontwikkeling van de kinderen bij op observatielijsten en verwerkt dit in het uitstroomprofiel van de leerlingen. De resultaten worden tijdens de oudergesprekken met de ouders besproken. Vanuit de instructie wordt er geobserveerd en gekeken welke leerlingen voor dat doel verlengde instructie nodig hebben ten aanzien van extra instructie enerzijds en verrijking anderzijds.

Rekenen en wiskunde groep 1 en 2

In de groepen 1 en 2 bereiden we de kinderen voor op het leren rekenen en leren we de rekentaal aan. Ze leren begrippen als ’tellen’, ‘grootte’ ‘hoeveelheid’, ‘volgorde’, enzovoort. Met Semsom-dansen maken de kinderen van groep 1 en 2 kennis met reken-wiskundige opdrachten. Door middel van actief bewegen op muziek komen onder andere rekentaal, ruimte, getalbegrip en meten aan bod. Daarnaast spelen en leren we doelgericht met diverse materialen die met alle rekenkundige Begrippen te maken hebben.

Lezen/begrijpend luisteren groep 1 en 2

Lezen en begrijpend luisteren nemen in ons onderwijs een belangrijke plaats is. Op De Globe hebben we een rijk aanbod van leesboeken georganiseerd in de schoolbibliotheek. We stimuleren het lezen, omdat uit onderzoek blijkt dat lezen bijdraagt aan de totale ontwikkeling van een kind. Alle groepen gaan naar de schoolbieb. Bij het begrijpend luisteren is het van belang dat voordat de leerkracht een prentenboek voorleest, er 95% tekstdekking is. Dit wordt bereikt door de moeilijke woorden vooraf aan te bieden. Dit kunnen ieder jaar andere woorden zijn bij hetzelfde boek, afhankelijk van de beginsituatie van je groep. De leerkracht kiest maximaal 10 woorden naast de woordclusters van PMP die bij het boek passen. Vervolgens wordt bij deze woorden een semantiseerverhaal geschreven. Wanneer de tekst moeilijk of erg lang is, vereenvoudig je de tekst; je maakt kortere zinnen in de tegenwoordige tijd. Veel prentenboeken zijn in de verleden tijd geschreven. Door het boek eerst in de tegenwoordige tijd voor te lezen, begrijpen de leerlingen het verhaal beter. Vervolgens kun je in stappen overgaan naar de originele tekst.

Woordenschat/taal groep 1 en 2

Op de Globe maken we gebruik van Praten met Pim. Alle woorden (15 thema’s) en categorieën (peuters, kleuters, uitbreiding) zijn terug te vinden op www.pratenmetpim.nl/woorden. De woorden worden aangeboden middels de viertakt methodiek van Verhallen. Deze vier stappen bevatten de opbouw: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. Coöperatieve leerstrategieën worden ingezet om de aangeboden woorden te consolideren en de interactie te bevorderen. Daarnaast maken we gebruik van bewegend leren materialen. De het-woorden uit Praten met Pim zijn voorzien van een rode stip (Zien is Snappen). De leerkracht biedt de het-woorden aan (zie les Zien is Snappen). De leerkracht biedt het ondersteunende gebaar aan om het verschil aan te geven tussen de-woorden en hetwoorden (uit Zien is Snappen). De leerkracht kan een rode cirkel met het woordje ‘het’ erin ophangen.

Klankonderwijs groep 1 en 2

Het uitgangspunt voor de Globe is klankonderwijs. Dit is het fundament van leren lezen. Leerlingen die klanken niet goed kunnen onderscheiden, hebben een grotere kans op problemen met klank-letterkoppeling en het decoderen van woorden. Daarom gaat klankonderwijs vooraf aan het leren lezen. De focus ligt in het begin op auditieve discriminatie: het goed leren onderscheiden van klanken in het Nederlands. Pas als leerlingen die klanken goed kunnen onderscheiden en uitspreken, leren ze de klanken koppelen aan letters. Binnen de Globe maken we gebruik van de klanklessen die gegeven worden middels de NT2 didactiek

 

  • AANBOD VOOR DE MIDDENBOUW EN BOVENBOUW

Methoden basisvaardigheden en materialen groep 3 t/m 8

Bij De Globe wordt veelal individueel lesgegeven en geclusterd waar kan. De leraren stemmen de instructies af op de behoefte van de leerling. Dit wordt dagelijks nagegaan tijdens hulprondes en het werk dat gemaakt is. Een uitgangspunt is ‘help mij het zelf te doen’. De leraren moedigen leerlingen aan door complimenten, verwachtingen hoog te houden en aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hierbij zijn ze specifiek en leggen nadruk op de succesvolle gevolgen van eigen acties en keuzes. Er wordt begrip getoond als iets nog niet lukt, maar verwachten net zoveel of meer als van andere leerlingen. Dat geeft een gevoel van kracht en controle. We geven de boodschap dat het kind meer is dan een stressvol verleden. Ook maken we gebruik van het aandachtblokje voor zelfstandig werken. Gedurende de dag komt op deze manier burgerschap en emotioneel leren telkens aan de orde.

Woordenschat/taal groep 3 t/m 8

In de midden- en bovenbouw maken op de Globe gebruik van een eigen ontwikkelde woordenschat methodiek, weggezet in Gynzy. Hiervoor is gebruik gemaakt van de BAK-lijst. De woorden worden aangeboden in 15 thema’s middels de 4takt methodiek van Verhallen. Deze 4 stappen bevatten de opbouw voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. De het-woorden zijn voorzien van een rode stip.

Voor het onderdeel grammatica wordt de methode “Zien is Snappen” gehanteerd. Coöperatieve leerstrategieën worden ingezet om de aangeboden woorden te consolideren en de interactie te bevorderen. Ook maken we gebruik van bewegend leren materialen. Wereldoriëntatie en Burgerschap komen tijdens deze lessen ook aan bod.

Huiswerk

Bijna elke dag krijgen de leerlingen de nieuw aangeleerde woorden mee naar huis in een mapje. Hierdoor kunnen ze thuis al praten over het onderwerp en de aangeboden woorden extra oefenen. Het huiswerkmapje gaat elke dag mee naar huis en moet ook elke dag meegenomen worden naar school. 

Lezen en spellen groep 3 t/m 8

Het uitgangspunt voor de Globe is klankonderwijs. Dit is het fundament van leren lezen en spellen. Leerlingen die klanken niet goed kunnen onderscheiden, hebben een grotere kans op problemen met klankletterkoppeling en het decoderen van woorden. Daarom is het klankonderwijs verweven in de leeslessen en gaat vooraf aan het spellingsonderwijs. De kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar leren lezen met behulp van de methode Veilig leren lezen en de Pravoo DMT oefenmap. Naast het technisch lezen wordt, als de leerling daar aan toe is, veel aandacht besteed aan het begrijpend lezen. Hierbij gaat het vooral om het begrijpen van de tekst. De teksten die hiervoor gebruikt worden zijn eigen teksten, Nieuwsbegrip en Junior Einstein. Het lezen van boeken wordt actief gestimuleerd. De schoolbibliotheek heeft hiervoor een uitgebreide collectie boeken ter beschikking. Bij spelling maken we gebruik van Spelling op Maat. Hierbij ligt vooral de focus op het aanleren van de Nederlandse spellingscategorieën.

Schrijven groep 3 t/m 8

Bij het schrijfonderwijs kijken we naar de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Indien een leerling schrijfonderwijs nodig heeft maken we gebruik van de methode “Pennenstreken”. (blokschrift)

Rekenen en wiskunde groep 3 t/m kopklas

Voor het rekenonderwijs gebruiken we dit schooljaar de methodes “Reken Zeker” en “Semsom”. We werken zowel in de werkboeken als digitaal. We werken in leerlijnen. Elke dag wordt er instructie geboden op hetzelfde doel waarbij de verwerking aangepast is op de individuele leerbehoefte van de leerling. Naast de rekenmethodes maken we ook gebruik van Bareka en Rekenblobs. Op het moment dat we weten naar welke vervolgschool de leerling uitstroomt en welke rekenmethode ze daar gebruiken, laten wij de leerling al bij ons op school digitaal in deze methode werken.

Expressievakken groep 3 t/m kopklas

Tot de expressievakken behoren muziek, tekenen, handvaardigheid, dans en drama. De onderwerpen die in de expressievakken aan de orde komen, zijn gerelateerd aan het woordenschatonderwijs.

 

  • Aanbod voor de kopklas

Woordenschat/taal

Bij de Kopklas maken we gebruik van de methode “Taalactief”. Alle lessen zijn aangepast op basis van de NT2 didactiek. We doorlopen de leerjaren midden groep 5 t/m midden groep 7.

Lezen/begrijpend lezen

De leerlingen in de Kopklas beheersen alle klanken. Bij het technisch lezen wordt gebruik gemaakt van de Pravoo DMT oefenmap. Bij begrijpend lezen wordt gebruik gemaakt van “Nieuwsbegrip” i.c.m. “Weerwoord” van Kentalis en Junior Einstein oefenboeken.

Spelling

Bij spelling maken we gebruik van de methode “Taalactief”. Hierbij ligt vooral de focus op het aanleren van de Nederlandse spellingscategorieën.

Wereldoriëntatie

Het eerste half jaar wordt er in de Kopklas aandacht besteed aan topografie. We maken hierbij gebruik van oefenbladen van Junior Einstein. Het tweede half jaar staan geschiedenislessen op het programma. We maken gebruik van de methode “Brandaan”. De leerlingen maken in grote lijnen kennis met de verschillende tijdvakken van de Nederlandse geschiedenis. Begrijpend lezen/woordenschat/burgerschap zit ook in deze lessen verweven.

Huiswerk

Dagelijks krijgen de leerlingen schriftelijk of digitaal huiswerk mee. Digitale taken worden op niveau klaargezet in Junior Einstein. Het doel van het dagelijks meegeven van huiswerk is het aanleren van studievaardigheden die de leerlingen in het Voortgezet vervolgonderwijs nodig hebben.